Klokkentoren

De Klokkentoren werd gebouwd in de 13e eeuw en maakt deel uit van een latere uitbreiding van de oorspronkelijke kern van de Vesting van Passignano die dateert uit de 9e eeuw. Naar alle waarschijnlijkheid diende deze nieuwe toren als donjon, d.w.z. als laatste verdediging in geval van een aanval. In vergelijking met de andere bouwwerken werd de donjon over het algemeen gekenmerkt door de grotere hoogte van zijn toren ten opzichte van de andere en door het feit dat hij geen directe toegang had. Om de donjon te bereiken moest men door bepaalde delen van het gebouw lopen die blootgesteld waren aan het vuur van de spleten in de donjon zelf.

Hoewel de toren niet was ontworpen als permanente verblijfplaats, kon hij indien nodig worden bewoond. In het geval van Passignano werd zijn superioriteit ten opzichte van de andere torens gedeeltelijk ondermijnd door het feit dat hij lager gelegen was dan de Vesting. Het huidige uiterlijk van de toren is het resultaat van latere verbouwingen, waarvan de belangrijkste de toevoeging was van de grote klok, waaraan de toren zijn naam ontleent en waarvan het klokkenspel het leven van de stad scandeert.