Heiligdom van Mongiovino

Mongiovino, een typisch Mariaheiligdom, is historisch beroemd vanwege de veldslag die in de 17e eeuw werd uitgevochten tussen het pauselijke leger en dat van het groothertogdom Toscane. Oorspronkelijk was de plek gewijd aan de Madonna van San Martino en stond er een kleine kapel met een Maria-afbeelding. De episode die de devotionele activiteit van Mongiovino op gang bracht, vond plaats op een niet nader genoemde datum rond 1500, waarna de bisschop van Chiusi op 4 juni 1513 aan de bewoners van het kasteel het juspatronaat verleende van een oratorium in aanbouw van een miraculeuze Majesteit, en het beheer van de offergaven, geschonken door “een ongelooflijke en bewonderenswaardige schare mensen die hier op devote bedevaart gaan”. Vijf maanden later kwam Paus Leo X Medici tussenbeide ten gunste van de wonderbaarlijke gebeurtenissen. De kerk werd al snel ontoereikend om het groeiende aantal pelgrims te herbergen en daarom werd in 1524 begonnen met de bouw van een monumentale kerk, die sinds 1536 als heiligdom is gedocumenteerd. Veel steenhouwers versierden de jamben van de bogen van de portalen met bas-reliëfs. Onder hen zijn Lorenzo uit Carrara en Bernardino uit Siena. Het heiligdom is gemaakt van zandsteen uit de nabijgelegen steengroeve Petraia en Cibottola. De terracotta beelden in de orgelnissen zijn het werk van Bevignate uit Perugia en Arrigo Fiammingo, de cyclus fresco's is het werk van buitenlandse maniëristische meesters uit Toscane, De Marken en Nederland